Potentiële huizenkopers willen liefst goedkoper gaan wonen , zodat hun maandlasten straks lager uitpakken. Het geld dat zij nu besparen door de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting steken ze liever in hun eigen zak dan dat ze op zoek gaan naar een duurder huis.
Dat blijkt uit het kwartaalonderzoek van ING naar de woningmarkt, dat vandaag is verschenen. Dit is het eerste onderzoek naar hoe consumenten aankijken tegen de verlaging van de overdrachtsbelasting.
„De laatste jaren hebben de huizenprijzen een glijvlucht gemaakt en veel consumenten houden er rekening mee dat het eind nog niet in zicht is. Bovendien blijft onzekerheid over mogelijke afschaffing van de hypotheekrenteaftrek boven de markt hangen. Daarbij ontbreekt bij veel consumenten het vertrouwen in de economische groei”, licht ING-directeur marketing hypotheken, Dennis Noordervliet, toe.
Meer vertrouwen
Toch blijkt uit het onderzoek dat consumenten het afgelopen kwartaal wel wat meer vertrouwen hebben gekregen in het herstel van de woningmarkt. Zo zijn starters zich dankzij de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting, van 6 naar 2 procent, meer gaan oriënteren op de huizenmarkt. Ruim de helft van de starters verwacht nu sneller een geschikt koophuis te vinden.
Niet alleen is het vertrouwen toegenomen bij kopers, ook verkopers zien het positiever. Bijna driekwart van de koopwoningbezitters denkt vlugger zijn huis te kunnen verkopen, staat in het ING-rapport te lezen.
„Met de verlaging van de overdrachtsbelasting heeft de woningmarkt duidelijk een impuls gekregen. Maar of het daadwerkelijk tot meer verkopen leidt, zullen we pas in het vierde kwartaal zien. Vooralsnog is de verlaging een tijdelijke maatregel, we moeten afwachten of dat zo blijft. Voor het herstel van het vertrouwen van de consument zou het goed zijn als de belasting op verhuizen op dit niveau blijft of als het helemaal wordt afgeschaft”, stelt Noordervliet.
Bron: www.ing.nl |